De meester stuurt een bericht rond met de vraag of we aan onze kinderen € 40 mee kunnen geven voor het schoolkamp. Samen met mijn zoon pinnen we het geld en doen het in een envelop. Door de corona-maatregelen mogen de ouders niet in de klas komen. “Wil je tegen de meester zeggen dat als er klasgenoten zijn wiens ouders het niet breed hebben, ik wel voor die kinderen wil betalen?” vraag ik mijn zoon. “Wij hebben geen arme kinderen in de klas,” antwoordt mijn zoon.
Per klas groeien gemiddeld twee kinderen op in armoede. Armoede kan spelen in gezinnen die moeten rondkomen van een uitkering, maar ook bij ‘werkende armen’, als er weinig uur kan worden gewerkt of sprake is van een laag uurloon. Dat mensen vaste lasten niet meer kunnen betalen of elke uitgave moeten wikken en wegen is vaak niet zichtbaar. ‘Stille’ armoede komt vooral voor bij zzp-ers en zelfstandigen die onvoldoende opdrachten hebben. Als gevolg van de corona-crisis stijgt de armoede in Nederland, ook onder kinderen.
De meester vraagt aan de klas of er ouders zijn die verlichting hebben voor de bonte avond tijdens het kamp. Een vader kan professionele verlichting regelen en vraagt daarvoor in de klassenapp € 2,50 per kind. De enthousiaste reacties vliegen uit mijn mobiele telefoon en ouders geven aan voor welk kind is betaald. Ik denk aan de ouders van de gemiddeld twee kinderen per klas waarvoor € 2,50 niet gedachteloos kan worden afgetikt. Kan ik hen tegemoet komen? De sociale druk van de klassenapp is groot. Voorzichtig opper ik dat € 75 voor verlichting misschien wat veel is voor een bonte avond? Ik krijg geen bijval.
Dan denk ik aan de professionele verlichting. Die brandt wellicht al maanden niet door de corona-maatregelen. Podia, theaters, bijeenkomsten en partijen; wat wordt er deze maanden nog verlicht? Hoe zal het de eigenaar van de verlichting vergaan in deze tijd? Stilletjes betaal ik de € 2,50. De klassenapp hoeft het niet te weten. Hopelijk brengt de bonte avond niet alleen voor de kinderen wat verlichting.