Samen met 9 andere vrijwilligers ben ik aanwezig bij het Thuisadministratie werkoverleg. We zijn voor het eerst sinds de uitbraak van het corona-virus weer bij elkaar, fysiek in dezelfde ruimte. Er is een gastspreker gevraagd om zijn verhaal te komen doen, een ervaringsdeskundige, die zich bezig houdt met vroegsignalering. Gedreven vertelt hij over zijn eigen ervaringen met schulden en dat niemand wist hoe hij, als ondernemer, uit het moeras van schuldeisers getrokken kon worden. Een regeling kwam maar niet van de grond en het koste hem zijn huwelijk en huis. Het duurde jaren voordat hij, na heel veel vallen, eindelijk weer op kon staan.
In de gemeente waar ik vrijwilliger ben loopt een pilot vroegsignalering waar de gastspreker bij betrokken is. Hij vertelt dat de woningstichting bij een maand huurachterstand een melding doet bij het team vroegsignalering en er vervolgens op 6 manieren geprobeerd wordt om contact te leggen. Het team staat onaangekondigd voor de deur, overdag en ’s avonds. Als er niet wordt opengedaan vindt de inwoner een kaartje in de brievenbus. In 90% van de gevallen lukt het in contact te komen. Het doel van gesprek aan de deur is niet de confrontatie met de huurachterstand, maar juist het gesprek en aanbieden van hulp. Veel mensen weten niet dat die hulp er is en hoe dat werkt. Er is sprake van vraagverlegenheid, schaamte en schuldgevoelens.
Na het werkoverleg ga ik naar de winkel. Er is nog één plekje vrij in het fietsenrek. Ik parkeer en loop naar de ingang. In gedachten verzonken bots ik bijna tegen een vrouw op. Ze kijkt me verrast aan. Ook haar heb ik voor de corona-uitbraak voor het laatst ontmoet. Het ondersteuningstraject is afgesloten toen alle papieren op orde waren. Drie maanden na de afsluiting heeft de coördinator nog gebeld om te vragen hoe het gaat. Toen ging alles nog z’n gangetje.
En nu? Tja, dat was moeilijk uit te leggen voor de ingang van de winkel. Niet alleen corona zorgde voor slapeloze nachten en hoofdpijn. Ook de kinderen, het werk en de brieven die binnenkwamen. De mobiele telefoon liep steeds vast, net als de wasmachine. Of ik niet nog een keertje langs wilde komen voor de post? Het was tegelijkertijd een vraag en een aanbod.
Een paar dagen later zitten we met een kopje thee aan de keukentafel. De belangrijkste berichten zijn van de zorgverzekering en energieleverancier. Mails zijn al weken niet geopend door kuren van de mobiele telefoon. We zien de betalingsherinneringen op de meegenomen laptop. Gelukkig zijn we er vroeg bij en kunnen alle openstaande posten en acties worden afgevinkt.
Per 1 januari 2021 zijn gemeenten verplicht om met vroegsignalering aan de slag te gaan. Naast de woningstichting, gaan ook de nutsbedrijven en zorgverzekering gegevens over achterstanden delen met de gemeente, zodat er contact gezocht kan worden met inwoners. Contact, elkaar ontmoeten en vragen hoe het gaat. Daar begint het mee. Telefonisch, bij de voordeur of voor de winkel.