Als kind was ik verrukt als mijn vader of moeder thuiskwam met een kerstpakket. Pas als iedereen thuis was gingen we om de tafel staan en haalden één voor één de producten uit de doos met stro. Etenswaren die ik niet kende, die we nooit zelf zouden kopen, die vreemd waren, verrukkelijk of heel duur leken. De bijzondere kaarsenstandaard en het piepkleine chocolade fonduesetje staan vast nog steeds ergens achterin een keukenkastje.
Dit jaar voor mij als zzp-er geen kerstpakket. Dat geeft niet. Ik kan zelf lekkere producten kiezen en kopen. Maar toch, in de krant las ik dat we écht gelukkig worden van een verrassingspakket. Het stemde me dan ook erg vrolijk dat ik een kerstpakket mocht geven aan mijn hulpvrager. De plaatselijke serviceclub had de pakketten ter beschikking gesteld. Mensen met weinig geld en/of financiële problemen konden door vrijwilligers van de welzijnsorganisatie worden aangemeld. Op goed vertrouwen en zonder controle mochten de vrijwilligers het kerstpakket ophalen en zelf bij hun hulpvrager langsbrengen.
Gisteren zette ik de grote, mooi versierde doos achterop mijn fiets. Vanaf de welzijnsorganisatie fietste ik stapvoets naar mijn hulpvrager, met één hand aan het stuur en één hand achter me om de doos op z’n plek te houden. Ik voelde me Sinterklaas en de Kerstvrouw in één. Opgewekt belde ik aan. De hondjes blaften, ik kreeg een kopje thee en we praatten over dagelijkse zorgen, de kerstdagen en het nieuwe jaar dat eraan zat te komen.
“Zullen we hem samen uitpakken?” vroeg mijn hulpvrager. Mijn ogen begonnen te glinsteren. Dat wilde ik maar al te graag! Met een scherp mesje sneed mijn hulpvrager het dikke plakband door. Eén voor één haalde ze de producten uit de doos. Een pak snelkookrijst, elleboogjespasta en rode saus, heldere groentesoep, knäckebröd, mayonaise, appelmoes en een pot boontjes. Gelukkig ook een feeststol, slagroom en kerstkoekjes. Maar toch, dit was geen kerstpakket, maar een voedselpakket. Geen stro, geen bijzondere producten, geen cadeautje.
Wie had dit pakket samengesteld? Waren mensen uit de doelgroep gevraagd wat ze zouden willen of had een welgestelde werkgroep bepaald wat mensen met financiële problemen nodig hebben? En met welk idee: om mensen te voeden of te verrassen? Kwam mijn teleurgestelde gevoel door mijn eigen vooroordelen: een kerstpakket van de serviceclub zal wel bijzonder zijn? Ik was gedesillusioneerd, maar liet dat niet blijken. Klaag nooit over het kerstpakket. Het is een cadeau vol goede bedoelingen, dat niet had gehoeven. “Leuk dat je langskwam!” zei mijn hulpvrager, “Ik ben er heel blij mee.”