Het traject met mijn hulpvrager is afgerond. Een half jaar mocht ik bijna wekelijks meekijken in de administratie van het gezin. Brieven werden opengemaakt en opgeborgen. Er werd heel veel weggegooid. Reclame, betaalde facturen, oude documenten, niet meer relevant om te bewaren. We praatten over ziekenhuisopnamen, de Belastingdienst, boetes, uitjes en vakanties. Nare en mooie herinneringen kwamen naar boven.
Mijn post is een kiezeltje vergeleken met de berg aan post die mijn hulpvrager ontvangt. Hoe meer problemen en levensgebeurtenissen iemand meemaakt, hoe meer brieven en formulieren er op de deurmat vallen.
Het omgaan met de problemen vreet aan humeur, rust, geluk en welzijn en kost bergen energie. De stress zorgt voor slaapgebrek, gezondheidsklachten, ongezonde levensstijl en ruzies in huis. Ik heb het gezien in dit gezin. Ondertussen draait het gewone leven door. Boodschappen moeten worden gedaan, er moet worden gezorgd, gegeten, gewassen, gewerkt. De formulieren moeten ook nog worden ingevuld en regelingen worden aangevraagd. Elke brief kost tijd, energie en inspanning.
Het invullen, versturen, ordenen en weggooien heeft voor rust gezorgd. De problemen zijn er nog, maar het slapen gaat weer wat beter. Het gezin heeft voor het eerst in tijden weer samen aan tafel een zelf gekookte maaltijd gegeten.
We nemen afscheid en wensen elkaar het allerbeste toe. We hebben veel van elkaar geleerd. “Ik schaam me voor je”, zegt mijn hulpvrager. “Wat doen we als we elkaar tegenkomen bij de supermarkt? Groeten we elkaar? Maar wat als een bekende vraagt hoe we elkaar kennen?” Ik ben trots op de stappen die gezet zijn, de rust en ruimte. Jammer dat we de schaamte en het oordelen niet in een map hebben kunnen opbergen.
De schaamte zou niet bewaard moeten worden, maar omgezet in iets positiefs:
“Ik ben blij dat ik om je hulp heb durven vragen”.
Hopelijk klopt zij een volgende keer op tijd aan voor hulp, als dat nodig is.
Zonder verdere schaamte.